Net als bij de smartphone kunnen we in ons dagelijks leven bijna niet zonder draadloze apparatuur die werkt in vergunningvrije frequentiebanden.
Denk aan WiFi, draadloze koptelefoons, garagedeuropeners, barcodescanners en anti-diefstalpoortjes in winkels. Zowel in het gebruik van de frequenties als in de verkoop van deze apparatuur is een toename te zien. Op vergunningsvrij gebruik én op de apparatuur zelf zijn wel voorwaarden van toepassingen om storingen te voorkomen. Deze staan in de regeling ‘vergunningsvrije radiotoepassingen’.
Fabrikanten en verkopers richten zich nog steeds vooral op vergunningsvrije banden die al overvol zijn, zoals WiFi in de 2,4 GHz. Om bij congestie toch bereik te hebben, bieden zij apparatuur aan met zwaardere vermogens, met alle katalytische gevolgen van dien. Goed werkende apparatuur in de omgeving doet het dan opeens niet meer. En ook daarvoor wordt de oplossing vaak gezocht in het verhogen van het zendvermogen. De informatievoorziening aan de consument over andere handelingsperspectieven is niet altijd juist of volledig.
Vergunningsvrij gebruik in de 433 MHz-band neemt ook nog steeds toe. Dit is de band waar weerstations, alarmen en afstandsbedieningen voor bijvoorbeeld autoramen vaak werken. Ook hier leidt dat tot een grotere kans op onderlinge verstoring. Temeer daar de band ook nog wordt gedeeld met radiozendamateurs die vaak met grotere (toegestane) zendvermogens werken.
In de 862 MHz-band zien we ook toenemend gebruik. Fabrikanten zijn binnen de gestelde voorwaarden vrij om een toepassing te bedenken. Gebruikers zijn vrij om het te gebruiken daar waar het uitkomt, ook op grotere hoogtes. Dit betekent dat er diverse toepassingen naast elkaar werken waardoor het lang niet altijd voorspelbaar is dat het ook blijft werken.
Het gebruik van vergunningsvrije banden is daardoor niet altijd even betrouwbaar. En de gebruiker is zich hier lang niet altijd bewust van. Zeker in geval van professionele en vitale communicatie in vergunningvrije banden is dat risicovol.
Agentschap Telecom roept daarom handel en fabrikanten op om consumenten hierover te informeren en handelingsperspectieven te bieden (bijvoorbeeld een betere kanaalverdeling bij WiFi in de 2,4 GHz, het gebruik van de 5 GHz-band of draadloze microfoons in 862 MHz)
Webshops
Consumenten kopen hun apparatuur steeds vaker via internet. Vaak gaat het om webshops van buiten de EU. Daardoor is er niet altijd voldoende zicht op de conformiteit van de apparatuur. Dat heeft consequenties voor de betrouwbaarheid en het stoorpotentieel. Agentschap Telecom signaleert dat er steeds meer ondernemingen ontstaan die zich richten op het eenmalig verhandelen van een opgekochte bulkvoorraad, meestal vanuit China. Als de voorraad verkocht is, stapt de handelsonderneming vaak weer over op een ander product. Daarin schuilen risico’s. Voor de consument is het lastig om de kwaliteit van een product in te schatten. Soms ook gaat het om producten die in Nederland niet meer gebruikt kunnen of mogen worden. Dat is bijvoorbeeld het geval bij sommige draadloze microfoons die via webshops worden aangeboden. Vanaf 1 januari 2016 is het gebruik van draadloze microfoons in het frequentiegebied tussen 790 en 862 MHz niet meer toegestaan. Het is daarnaast aannemelijk dat deze draadloze microfoons in toenemende mate zullen worden gestoord door het LTE-signaal.
Toezicht vanuit het agentschap is niet mogelijk: ondeugdelijke producten komen vaak pas in beeld als ze daadwerkelijk storing veroorzaken. Agentschap Telecom wijst ondernemingen op hun verantwoordelijkheden. En roept consumenten op zich bewust te zijn van de onzekere kwaliteit.
Ontwikkeling e-commerce in de EU
Meer dan 1 op elke 2 EU-burgers (53%) heeft dit jaar iets gekocht online. In 2007 lag dit percentage nog op 30%. Daamee is het doel uit de Digitale Agenda bereikt dat in 2015 minstens de helft van de EU-bevolking e-commerce hoorde af te nemen. Dit meldt Eurostat. De fanatiekste webshoppers zijn de Britten (81%), voor de Denen (79%), Luxemburgers (78%), Duitsers (73%), en de Nederlanders, Finnen, en Zweden (allen 71%). Uit andere cijfers van Eurostat blijkt dat van alle bedrijven in de EU gemiddeld 40% een product of dienst kocht online in 2014. En van de ondernemingen biedt omgekeerd 19% iets online aan. In Nederland verkoopt een kwart van het bedrijfsleven online, terwijl de inkoop bij 47% weleens elektronisch verloopt.
Bron: Eurostat