Satellieten

In onze moderne maatschappij zijn satellieten onmisbaar. Zo zijn mobiele telefoons en auto’s uitgerust met satellietnavigatie voor locatiebepaling en gebruiken de lucht- en zeevaart en de logistieke sector satellietnavigatie voor hun routekeuze. Met aardobservatiesatellieten kunnen kaarten worden gemaakt, water- en luchtkwaliteit gemonitord, milieuonderzoek gedaan en tijdige waarschuwingen voor mogelijke rampen afgegeven. Daarnaast leveren meteosatellieten een bijdrage aan weersvoorspellingen en maken telecommunicatiesatellieten telefonie, radio, televisie en distributie van (breedband)data mogelijk. In 2017 cirkelen er veertien* Nederlandse satellieten om de aarde. Dit aantal zal de komende jaren flink toenemen.

Voordat een satelliet de ruimte in gaat, worden de rechten op het gebruik van frequenties en de baanposities in de ruimte internationaal geregeld. Tevens is er op basis van de Wet ruimtevaartactiviteiten (Wra) een vergunning nodig waarmee in of vanuit Nederland, dan wel op of vanaf een Nederlands schip of Nederlands luchtvaartuig, ruimtevaartactiviteiten worden verricht. Een ruimtevaartvergunning dient aangevraagd te worden bij Agentschap Telecom. Het feitelijke toezicht op en handhaving van de bepalingen uit de Wra is gelegd bij het agentschap.

*In de aanloop naar de lancering van de Nederlandse PEASSS satelliet in 2017, heeft AT de baanpositie en frequenties geregeld. In totaal zijn er nu 4 Wra vergunninghouders met in totaal veertien satellieten die onder Nederlandse jurisdictie vallen.

Wegenwacht in de Ruimte

In 2017 ontving Nederland meerdere verzoeken van andere ITU-lidstaten om hen te helpen bij het herstellen van radiocontact met hun satelliet waarmee zij het contact vanaf hun grondgebied geheel of gedeeltelijk waren kwijtgeraakt. Ook kwamen er vragen van lidstaten binnen om gedurende enkele dagen tot twee weken vanuit Nederland een satelliet te mogen testen nadat het is gelanceerd  om te onderzoeken of de satelliet goed werkt voordat het in gebruik wordt genomen. 

Verder ontving Nederland verzoeken van andere lidstaten om permanent vanuit Nederland buitenlandse satellieten te mogen aansturen. Het vanuit Nederland aansturen van een buitenlandse satelliet valt niet onder de werking van de huidige Wra. DG B&I, WJZ en Agentschap Telecom werken gezamenlijk aan  voorbereidingen  om de Wra  op de nieuwe ontwikkelingen aan te passen. Vooruitlopend hierop mogen nu al – onder voorwaarden – buitenlandse satellieten worden aangestuurd vanuit Nederland. De Nederlandse ruimtevaartsector kan hierdoor andere diensten aanbieden en nieuwe verdienmodellen ontwikkelen. Dit draagt bij aan de ambitie om de innovatiekracht in de ruimtevaartsector te stimuleren.

In 2017 hebben TU Delft en ISISpace BV samen met het agentschap succesvol een buitenlandse satelliet weer operationeel gekregen door met Nederlandse grondstations radiocommando’s naar de buitenlandse satelliet te sturen.

Ontwikkelingen van de markt voor kleine satellieten

De Nederlandse ruimtevaartkennis en expertise staan internationaal hoog aangeschreven. Onze ruimtevaartsector bestaat uit ongeveer 250 bedrijven en kennisinstellingen. Zij maken onderdelen voor raketten en satellieten, bouwen kleine satellieten en satellietinstrumenten.

Wereldwijd groeit de markt voor kleine satellieten sterk. Recente innovaties in kleine satelliet subsystemen en de relatief lage kosten van kleine satellieten hebben deze sector in staat gesteld een breder segment van afnemers te bereiken. Hierdoor is de sector steeds beter in staat om diensten aan te bieden die bijna gelijk zijn aan de traditionele grote satellieten. Factoren die de groei aanjagen zijn onder andere de vooruitgang op het gebied van miniaturisatie, vraag naar het testen van aardobservatie- en meteorologietoepassingen met kleine satellieten, hogere resolutie mogelijkheden, snellere communicatiediensten, de ontwikkeling van satellietconstellatie netwerken en de toename van de inzet van kleine satellieten voor commerciële eindgebruikers.